19 december 2019
Bijdrage vragenronde lachgas
Het toenemend gebruik van lachgas, met name onder de jeugd, baart ons grote zorgen. Het leidt tot overlast en gevaarlijke situaties en gebruik van lachgas is bovendien uiterst schadelijk voor de gezondheid. De SGP fractie heeft daarom dit onderwerp tijdens de raadsvergadering bespreekbaar gemaakt. Het College geeft aan de zorgen te delen en met dit onderwerp serieus aan de gang te gaan.
Bijdrage vragenronde Lachgas:
Voorzitter, aanwezigen,
Lachgas (N2O, distikstofmonoxyde) was vroeger een narcosemiddel dat bij operaties in ziekenhuizen werd gebruikt. Tegenwoordig lijkt het erop dat het gebruik van lachgas sterk toeneemt. Lachgas is populair mede omdat het gemakkelijk en legaal verkrijgbaar is. Het wordt door gebruikers nauwelijks als ‘drug’ gezien, maar als een relatief onschuldig middel. Het is nog maar zeer de vraag, of dat inderdaad zo is. Daarom leek het ons goed, over dit onderwerp vanavond een ballonnetje op te laten.
Wanneer we kijken naar de lichamelijke effecten van lachgas, de psychische effecten van lachgas en de risico’s van het gebruik van lachgas, ook op lange termijn, dan zijn de lijsten langer dan ik ze binnen de spreektijd kan noemen. Daar kunnen wij de ogen en oren niet voor sluiten. Gebruik van lachgas leidt tot vervuiling op straat, u kent allemaal de patronen wel denk ik, het leidt tot onvoorspelbaar en misschien wel onvoorstelbaar, gedrag en het leidt tot forse gezondheidsrisico’s. Wat de SGP fractie betreft mag het stoplicht op rood voor lachgas.
Voorzitter, daarom de volgende vragen.
1. Hoe staat het College ten opzichte van het toenemend gebruik van lachgas als zgn. partydrug? Beschouwt u lachgas ook als softdrug?
2. Heeft het College in beeld hoe het er in de gemeente Waalwijk voor staat met het gebruik van lachgas?
3. Vindt er bij evenementen, naast controle op hard- en softdrugs, ook controle plaats op het gebruik van lachgas?
4. Welke regels zijn er voor voorraadniveau en verkoop van lachgas?
5. Is het college bereid om, in overleg met partners (verslavingszorg, jongerenwerk, wijkteams, politie, scholen, enz.…) in te zetten op een campagne om het lachgasgebruik tegen te gaan en jongeren bewust te maken van de risico’s ervan?
6. Is de gemeente bereid, indien er op meerdere terreinen problemen omtrent het gebruik van lachgas zijn, een integraal plan op te stellen met betrokken partijen om de overlast te doen verminderen?